Ga naar de inhoud

Nieuws

2 juli 2024Op donderdag 25 april 2024 werd voor de tweede keer de tweejaarlijkse ACENDIO workshop bijeenkomst georganiseerd, dit keer in de University College Lovisenberg in Oslo. Gebaseerd op het thema ‘Hot eHealth topcis to make nursing visible’ waren er twee keynote presentaties en drie parallelsessies. De bijeenkomst werd gevolgd door 60 deelnemers, waaronder 6 uit Nederland. Naast de fysieke deelnemers sloten er 16 online aan en kwamen ze in totaal 12 uit verschillende landen. Met de aanwezigheid van twee bestuursleden was Stichting VDIR ook vertegenwoordigd. De eerste keynote, van professor Howard Butcher (Florida Atlantic University), sprak mij het meest aan: ‘Standardized Nursing Languages within the Context of Caring Science, Narrative and Reflective Nursing Practice’. Het was vooral interessant om te horen over theorieën en onderzoeksmodellen over een vernieuwende kijk op het verpleegkundig proces en hoe gestandaardiseerde verpleegkundige taal daarbij kan ondersteunen. De termen ‘shallow nursing’ en ‘deep nursing’ kregen inhoud door enkele voorbeelden van toepassingen. De eerste zou je kunnen zien als in de praktijk de verpleegkundige zich bezighoudt met het afhandelen van de voorgeschreven zorg voor de patiënt en in het dossier vooral vinkjes kan zetten bij wat is uitgevoerd. ‘Deep nursing’ gaat verder en verwacht van de verpleegkundige eigen kritische inbreng en afstemming van de zorg op de individuele patiënt. Verpleegkundige registraties m.b.v. een classificatiesysteem (bijvoorbeeld Nanda-Noc-Nic of Omaha System) passen daarbij. Het gepresenteerde OPT-model gaf mij een vernieuwde kijk op het verpleegkundig proces, ondanks dat het al enkele jaren geleden is ontwikkeld. In plaats van de cirkel van de acht bekende chronologische stappen (Levitt-Jones, 2013) toont dit model een andere samenhang van dezelfde onderdelen. De start van het proces zou daarin gerust kunnen liggen bij het bepalen van zorgresultaten of interventies en laat het de onderlinge samenhang van de stappen zien. Een bijzondere eye-opener! De tweede keynote had de titel ‘Implementing ICNP/SNOMED CT in standardized care plans in Electronic Health Records’ en werd gepresenteerd door Marte Rime Bø, Senior Advisor Terminology Medical codeworks and terminologie aan het Norwegian Directorate of E-health. In Noorwegen is enkele jaren geleden het nationaal besluit genomen dat alle verpleegkundigen gaan registreren volgens de classificering van de internationale ICNP (International Classification for Nursing Practise) standaard.  Op basis daarvan presenteerde ze enkele standaard verpleegplannen die in overleg met meerdere instellingen zijn opgesteld. In Nederland wordt de ICNP slechts beperkt gebruikt; het biedt immers minder verpleegkundige procesondersteuning dan bijvoorbeeld een Omaha System of Nanda-Noc-Nic. Desondanks was het interessant om over de ontwikkelingen in Noorwegen te horen en te participeren in de parallelsessie om kritisch te kijken naar hun standaard verpleegplannen. De ACENDIO workshop in Oslo bracht me naast nieuwe inzichten en informatie ook veel waardevolle internationale contacten met deelnemers en onderzoekers uit o.a. de USA, Oostenrijk en Italië. Daaruit voortkomend volgen binnenkort online besprekingen met hen over diverse ontwikkelingen waarbij we van elkaar kunnen leren en ondersteunen. Kortom: wederom was ACENDIO voor mij een inspirerende broedplaats voor nieuwe inzichten en ideeën om samen te werken aan verbetering van het verpleegkundig vak en gezamenlijke taal. Daarom een absolute aanrader voor elke verpleegkundig zorgprofessional om dit ook te ervaren in maart 2025 wanneer het congres wordt georganiseerd aan de Erasmus Hogeschool Rotterdam (inschrijving mogelijk vanaf augustus ’24!). [...]
2 juli 2024De Nursing Classification Standards (NCS) is de verzamelnaam voor alle verpleegkundige classificatiesystemen die door verpleegkundigen worden toegepast ter ondersteuning van het verpleegkundig proces binnen de verschillende werkvelden. Vrijwel elk Elektronisch Patiënten/Cliënten Dossier (EPD/ECD) ondersteunt het verpleegkundig proces met een van deze classificaties. Het is daarbij de kunst van de softwareleverancier om een vaak complex classificatiesysteem overzichtelijk en gebruikersvriendelijk in hun EPD/ECD te verwerken zodat het bedoelde toepassingsproces kan worden gevolgd. Problemen hierbij liggen in de regel eerder aan de softwaretoepassing dan aan het classificatiesysteem wat alleen maar voor de logisch opgebouwde inhoud zorgt. In Nederland worden voornamelijk de volgende classificatiesystemen in diverse zorgsettingen toegepast: NANDA-NOC-NIC(3 classificatiesystemen die meest in combinatie met elkaar worden gebruikt)Algemene ziekenhuizenWijkverplegingRevalidatiezorgPsychiatrie (in ontwikkeling)Omaha System WijkverplegingVerpleeghuiszorgGordonAlgemene ziekenhuizenRevalidatiezorgDSM-5PsychiatrieICF Revalidatiezorg Een verpleegkundige classificatie is logisch opgebouwd om iets snel te kunnen vinden, is gebruiksvriendelijk en heeft een informerende functie. Het heeft als doel om verpleegkundige registraties eenduidig en geordend vast te leggen en over te kunnen dragen. Het gebruik van verpleegkundige classificatie standaarden (NCS) is voor uitvoer van kwalitatief hoogwaardige verpleegkundige zorg essentieel vanwege verbetering van de zorgconsistentie en communicatie. Door zorgbehoeften, interventies en resultaten op een uniforme manier vast te leggen, wordt het samenwerken binnen het verpleegkundig proces vergemakkelijkt en bevordert het de kwaliteit van zorg. Het helpt bij het analyseren van gegevens, onderzoeken en het evalueren van de effectiviteit van verpleegkundig handelen. Bij het classificeren worden gegevens geordend door ze in te delen in categorieën, gebaseerd op overeenkomstige en onderscheidende kenmerken. Binnen NANDA wordt, net als binnen Gordon, de PES-structuur gebruikt om de diagnose, etiologie en symptomen vast te leggen. Binnen Omaha System komt de PES-structuur ook steeds meer naar voren. Zo heeft elk systeem eigen onderdelen die ervoor zorgen dat de verpleegkundige zorg binnen de betreffende setting specifiek op de patiënt kan worden afgestemd. Door dezelfde concepten en termen te gebruiken ontstaat een eenheid van taal voor de verpleegkundige zorg. Classificatie standaarden (NCS) helpen dus om de uitvoer van het vak van de verpleegkundige op een eenduidige manier te onderbouwen die het gehele vakgebied beslaat. Het verpleegkundig proces omvat de volgende fasen die cyclisch worden uitgevoerd in het primaire proces (Levett-Jones, 2013): Context van de zorg / situatie bekijken Verzamelen van gegevens Gegevens selecteren, beoordelen en prioriteren Diagnosticeren Planning van resultaten Planning van interventies Uitvoering van geplande werkzaamheden Evaluatie van de zorgresultaten (Overdracht van gegevens) Soms wordt de Verpleegkundige gegevensoverdracht als extra stap toegevoegd om de continuïteit van zorg aan te geven bij verandering van omgeving. Echter in verreweg de meeste zorgsituaties wordt deze stap niet uitgevoerd omdat de zorgvrager niet van setting verandert of overdracht niet nodig is en volstaan dus de eerste acht stappen om het verpleegkundig proces uit te voeren en vast te leggen. In de meeste verpleegkundige classificatiesystemen wordt bij het toepassen gebruik gemaakt van de onderlinge relaties tussen de verschillende onderdelen: diagnose, zorgresultaten en interventies. Deze onderdelen ondersteunen en bevorderen het klinisch redeneren door de verpleegkundig professional om daardoor de zorg optimaal en in overleg met de patiënt/cliënt af te stemmen. Wanneer een verpleegkundige of zorginstelling ervoor kiest om gebruik te maken van een NCS ter ondersteuning van de zorg, betekent dit een veranderde impact op de dagelijkse werkzaamheden. Na (of tijdens!) uitvoer van de anamnese kost het even administratietijd om de juiste diagnoses, zorgresultaten en interventies in afstemming met de patiënt/cliënt te bepalen en vast te leggen. Deze investering is echter noodzakelijk om daarna alle voordelen van het efficiënt en gestructureerd werken met het classificatiesysteem te ervaren. Deze benefits zijn op intranet en in vele boeken terug te lezen. Nu dat het gebruik van classificatiestandaarden door verpleegkundigen niet meer ter discussie is (hier was in de ontwikkelingen bij de doorvoer van Eenheid van Taal in Nederland even sprake van), maken steeds meer zorginstellingen de stap om de verpleegkundige kwaliteit van zorg naar een hoger nivo te tillen en registraties o.b.v. NCS in te voeren. Een dergelijke aanpassing in het verpleegkundig denken en handelen moet echter niet worden onderschat. Het is in de voorbereiding van deze transitie belangrijk om organisatiebreed draagvlak te kweken en door inzet van meerdere ambassadeurs de processen te beschrijven en te borgen. Van de uitvoerend verpleegkundigen wordt een gedragsverandering verwacht die, ondanks alle positieve argumenten, wel (uit)gedragen en uitgevoerd moet worden. Zorgmanagers en opleiders dienen hierbij voorwaarden te scheppen die dit ondersteunen en borgen. Gelukkig zijn er voldoende succeservaringen in meerdere organisaties die hun ervaringen graag willen delen en van waaruit geput kan worden. Daarnaast is het natuurlijk mogelijk om de expertise van Stichting VDIR in te schakelen om een dergelijke implementatie tot een succes te maken. Maar uiteindelijk gaat het om de professionalisering van de verpleegkundige zorg waarbij uiteindelijk de patiënt ervan profiteert. [...]

© Stichting VDIR, 2024